Regionaal Inkomensonderzoek (RIO)

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Een beeld geven van de verdeling van het inkomen van personen en huishoudens in Nederland naar landsdeel, provincie, corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest en gemeente.

Doelpopulatie

Bevolking van Nederland op 31 december van een onderzoeksjaar. Gegevens worden gepubliceerd over vijf verschillende deelpopulaties:

Alle personen;

  1. Personen met inkomen;

  2. Particuliere huishoudens en personen in institutionele huishoudens met inkomen;

  3. Particuliere huishoudens met inkomen;

  4. Particuliere huishoudens, exclusief studentenhuishoudens, die het hele jaar inkomen hebben gehad.

  5. Statistische eenheid

  6. Persoon en huishouden.

Aanvang onderzoek

Het eerste onderzoeksjaar is 1946.

Frequentie

Eenmaal per jaar vanaf 1998.

Publicatiestrategie

De cijfers uit het RIO zijn definitief.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Soort onderzoek

Het RIO is vanaf 2010 een integraal onderzoek. Het RIO 2009 en eerder is een steekproefonderzoek. Om vergelijking tussen 2010 integraal en 2009 steekproef mogelijk te maken, zijn voor 2009 na methodewijziging eveneens op basis van integrale waarneming uitkomsten gepubliceerd waardoor voor het jaar 2009 (breukjaar) zowel uitkomsten op basis van steekproef als integrale waarneming zijn opgenomen.

Waarnemingsmethode

Voornamelijk registraties.

Berichtgevers

Onder andere: Belastingdienst (gegevens uit de belastingadministratie en toeslagen), Dienst Uitvoering Onderwijs (studiefinanciering).

Steekproefomvang

Vanaf 2010 is het RIO een integraal onderzoek.Voor het RIO 2009 en eerder geldt als basis de personensteekproef van het RIO over het onderzoeksjaar 1994. De steekproef wordt jaarlijks geactualiseerd wat betreft mutaties in de bevolkingssamenstelling (geboorte, sterfte en migratie). De informatie over het inkomen wordt verzameld voor iedereen die deel uitmaakt van het huishouden van de steekproefpersonen, in totaal voor ongeveer eenderde van de bevolking.

Weging

Vanaf RIO 2010 is weging niet nodig in verband met integrale waarneming. Bij het RIO 2009 en eerder wordt zodanig herwogen dat de uitkomsten overeenkomen met de Bevolkingsstatistiek wat betreft de kenmerken: geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, adrestype en woongemeente.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Vanaf 2010 is de statistische nauwkeurigheid hoog. Maar vanwege geheimhouding worden de uitkomsten van RIO 2010 en later uitsluitend gepubliceerd voor populaties van 100 of meer.

Bij het RIO 2009 en eerder zijn de uitkomsten gebaseerd op een steekproef. De uitkomsten hebben een betrouwbaarheidsmarge en worden daarom gegeven voor populaties van 1000 of meer.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Bij vergelijking in de tijd moet rekening gehouden worden met wijzigingen, waaronder:

  • Gemeentelijke herindelingen (jaarlijks);

  • Overgang van waarneming op basis van steekproef naar integrale waarneming (in 2010);

  • Verbetering van de huishoudensafbakening vanaf de integrale waarneming (in 2010)

  • In 2001 is een revisie doorgevoerd waardoor er veranderingen hebben plaats gevonden in de afleidingen van inkomen en enkele andere variabelen.

Meer informatie

Voor een gedetailleerde beschrijving van het RIO wordt verwezen naar het artikel Regionaal Inkomensonderzoek. Zie verder ook Landelijke deciel- en kwartielgrenzen Regionaal Inkomensonderzoek.