Voortijdig schoolverlaters, totaalcijfer OCW

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het in beeld brengen van het totaal aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (vsv) in een schooljaar binnen het bekostigd onderwijs. DUO berekent deze totaalcijfers in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert cijfers over de achtergrondkenmerken van voortijdig schoolverlaters.

Doelpopulatie

Nieuwe voortijdig schoolverlaters in een schooljaar, ook wel de nieuwe aanwas genoemd. Hierbij gaat het om de directe door- en uitstroom tussen twee opeenvolgende schooljaren (basisjaar t en jaar t+1) binnen het onderwijs dat door de overheid wordt bekostigd. Leerlingen uit een bepaald schooljaar worden geteld als nieuwe voortijdig schoolverlaters wanneer ze het volgend schooljaar geen onderwijs meer volgen en geen startkwalificerend diploma (= havo, vwo of mbo niveau 2 of hoger) hebben behaald.

Statistische eenheid

Personen.

Aanvang onderzoek

Over het voortijdig schoolverlaten zijn in de jeugddatabase voor het eerst totaalcijfers gepubliceerd over 2004 (de overgang van schooljaar 2004/’05 naar 2005/’06).

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Jaarlijks worden eerst voorlopige cijfers gepubliceerd, die vervolgens worden vervangen door definitieve cijfers.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Onderzoek op basis van registers (onderwijsnummerbestanden BRON).

Waarnemingsmethode

Het onderwijsnummer maakt het mogelijk groepen leerlingen te volgen tijdens hun onderwijsloopbaan. Ook is het mogelijk van individuele leerlingen te zien welke opleiding zij volgen. Daardoor zijn er nu cijfers beschikbaar over voortijdig schoolverlaten op landelijk, regionaal en instellingsniveau. In de Landelijke Jeugdmonitor worden alleen de landelijke cijfers gepresenteerd. Zie voor de cijfers op regionaal en instellingsniveau de website Aanval op Schooluitval. Leerlingen die binnen het schooljaar weer terugkeren worden niet als voortijdig schoolverlater meegeteld. Jongeren die zonder startkwalificatie ‘verdwijnen’ uit de onderwijsnummerbestanden (en die niet zijn geëmigreerd of overleden) worden geteld als voortijdig schoolverlater. Soms is dit niet terecht. Een jongere die bijvoorbeeld verder leert op een particuliere school, staat niet meer in een onderwijsnummerbestand geregistreerd, maar is geen voortijdig schoolverlater. Naar deze specifieke categorieën wordt onderzoek gedaan. Bron: Handleiding vsv-cijferproducten, Projectdirectie Voortijdig Schoolverlaten, 2010.

Berichtgevers

Voor het onderwijsnummer wordt gebruik gemaakt van de bekostigingsgegevens over in- en uitschrijvingen die scholen leveren aan DUO.

Steekproefomvang

Niet van toepassing.

Controle- en correctiemethoden

Het landelijke vsv-cijfer wordt gecorrigeerd met het aantal leerlingen dat binnen een schooljaar overstapt naar het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Het landelijke vsv-cijfer wordt verder gecorrigeerd met het aantal examendeelnemers, overige niet-bekostigde mbo-deelnemers en vavo-leerlingen. Examendeelnemers en overige niet-bekostigde mbo-deelnemers zijn deelnemers die wel onderwijs volgen aan een mbo-instelling, maar waarvoor de instelling geen bekostiging aanvraagt.

Weging

Niet van toepassing.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Vanaf verslagjaar 2016-2017 wordt een nieuwe methode voor vaststelling van het aantal voortijdig schoolverlaters gebruikt. Deze nieuwe methode veroorzaakt een trendbreuk in de gegevens. Door deze verschillende rekenmethodes is een één-op-één vergelijking van de cijfers over 2016-2017 met eerdere jaren niet geheel mogelijk.